Certificaten bij uw trampolines

Attesten bij uw reuzentrampolines:

De attesten die nodig zijn worden afgeleverd bij het opleveren van uw trampolinepark.
Vaak worden tal van extra normen gevraagd zodat we de klant ook via deze weg graag willen inlichten over wat en niet moet.

De US normering ASTM :

ASTM International (oorspronkelijk: American Society for Testing and Materials) is een Amerikaanse standaardisatieorganisatie. ASTM publiceert technische standaarden op het gebied van materialen en diensten.

ASTM is in 1898 opgericht door een groep wetenschappers en ingenieurs, met als initiële doelstelling het oplossen van de toen veel voorkomende breuken in spoorstaven. Dit resulteerde in een standaard voor de staalkwaliteit voor spoorstaven.

In 2005 werden 12.000 ASTM-standaarden gepubliceerd. Lid van de organisatie zijn onder andere leveranciers, consumenten, overheden en academici. De leden zijn afkomstig uit circa 100 landen. Om deze reden werd de organisatie in 2001 ombenoemd in ASTM International.

Het gebruik van ASTM-standaarden vindt buiten de Verenigde Staten op vrijwillige basis plaats. In de Verenigde Staten wordt het gebruik van ASTM-standaarden veelal door overheden bij wet verplicht gesteld.

De ASTM-standaarden zijn in Europa vooral bekend door:

  • Amerikaanse leveranciers die wereldwijd producten leveren die voldoen aan één of meer ASTM-standaarden.
  • Europese leveranciers die bij het leveren van producten of diensten in de Verenigde Staten moeten voldoen aan ASTM-standaarden.
  • Binnen Europa wordt deze norm zelden of nooit gebruikt daar we andere testnormen hanteren ( Normnummers).

Bron : WIKIPEDIA 2014

En bijkomende informatie van FOD Veiligheid :

Indien een of meer speeltoestellen op een publieke plaats worden gezet, creëert men een speelterrein. Trampolines die op publieke speelterreinen worden geplaatst worden aanzien als speeltoestellen.
Speeltoestellen zijn bestemd voor collectief gebruik en dienen te voldoen aan het KB van 28/03/2001 betreffende de veiligheid van speeltoestellen.
Speelterreinen dienen te voldoen aan het KB van 28/03/2001 betreffende de uitbating van speelterreinen.
Deze KB's zijn verplicht.
U vindt alle informatie betreffende deze reglementering op onze website:
http://economie.fgov.be/nl/ondernemingen/securite_produits_et_services/Veiligheid_van_speelterreinen_en_speeltoestellen/index.jsp

Er bestaat een Europese norm EN 1176 voor de veiligheid van speeltoestellen, maar deze is niet wettelijk verplicht. De reglementering inzake speeltoestellen en speelterreinen legt een bepaald veiligheidsniveau op, maar verplicht niet de overeenstemming met een norm. De Europese normen kunnen worden gebruikt om aan te tonen dat een bepaald speeltoestel voldoet aan deze verplichtingen. (Het is echter steeds mogelijk om aan deze veiligheidsverplichting te voldoen, op andere wijze dan beschreven in de norm).
De norm kan geconsulteerd of aangekocht worden bij het Bureau voor Normalisatie (www.nbn.be). U kan echter het grootste deel van de norm terugvinden in een begrijpbaar handboek over de veiligheid van speelterreinen. Dit handboek kan u downloaden op onze website: http://economie.fgov.be/nl/modules/publications/general/16-guide_securite_des_aires_de_jeux_fr.jsp

Trampolines worden vaak verkocht als speelgoed. Zij moeten de CE-markering dragen en voldoen aan het KB van 19/01/2011 betreffende de veiligheid van speelgoed. Deze speelgoedartikelen zijn bestemd voor privé-gebruik en niet voor collectief gebruik.

Vanaf het moment dat trampolines collectief gebruikt worden, worden zij aanzien als speeltoestellen en moeten ze ook voldoen aan het KB van 28 maart 2001 betreffende de veiligheid van speeltoestellen (is voor collectief gebruik). Veel trampolines (speelgoed) zijn niet geschikt voor collectief gebruik en zullen dus niet voldoen aan dit KB speeltoestellen.
Trampolines bestemd voor collectief gebruik, zijn speeltoestellen en mogen GEEN CE-markering dragen.

Het probleem voor trampolines is dat  de norm voor speeltoestellen EN 1176 (en de speelgoednorm EN 71) momenteel nog niet de specifieke risico's voor trampolines dekt. Men werkt momenteel wel aan een 14de deel van de speelgoednorm (EN71-14) specifiek voor trampolines. Deze is nu uit voor stemming binnen de normalisatiewerkzaamheden (meer specifiek EN 71-14 in stadium van internal enquiry) .
Trampolines voor collectief gebruik (niet als speelgoed) moeten voldoen aan het KB speeltoestellen en dit moet u ook kunnen aantonen. De fabrikant kan hiervoor een deel van de norm EN 1176 gebruiken (meer bepaald EN 1176-1), maar wetende dat die geen vermoeden van veiligheid geeft omdat niet alle risico's door deze norm gedekt zijn. Bij aankoop kan u aan de fabrikant vragen of deze trampolines aan de EN 1176 voldoet en hem een certificaat en/of testrapport die dat aantonen.
Aangezien momenteel geen enkele norm alle risico's eigen aan de trampolines voor vrijetijdsgebruik dekt, moet volgens het KB van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen en het KB van 28 maart 2001 betreffende de veiligheid van speeltoestellen een risicoanalyse gemaakt worden van het speelterrein EN van de trampoline. De risicoanalyse moeten uitwijzen/aantonen of de trampoline en de plaatsing ervan veilig is.


Hadektoys